VVE: voor- en vroegschoolse educatie
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is erop gericht om ontwikkelingsachterstanden bij kinderen in de leeftijd van twee tot zes jaar te voorkomen of te verminderen. Dit gebeurt door kinderen spelenderwijs te laten leren. Door speciaal hiervoor ontwikkelde programma’s aan te bieden in de thuissituatie, op het kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of op school krijgen kinderen een extra steuntje in de rug. VVE wordt (deels) gesubsidieerd door de gemeente. De invulling van het vve aanbod is daarom sterk afhankelijk van het beleid van de gemeente.
Voor kinderen tussen de twee en een half tot vier jaar worden de VE-programma’s aangeboden op de dagopvang of peuteropvang (voorschoolse educatie). Voor kinderen vanaf vier jaar worden de programma’s aangeboden in groep 1 en groep 2 van de basisschool (vroegschoolse educatie). In de kinderopvang spreken we daarom meestal over VE in plaats van VVE. Door de extra ondersteuning nemen (taal)achterstanden af en maken kinderen een betere start op de basisschool.
Per 1 augustus 2020 is het VE-aanbod uitgebreid naar 960 uur per peuter tussen de 2,5 en 4 jaar (dus in 1,5 jaar 960 uur VE, meestal 16 uur per week).
Per 1 januari 2022 moet een kinderopvanglocatie die met VE werkt een VE-beleidsmedewerker/coach hebben. De oudercommissie heeft adviesrecht op de inzet van deze coach. Lees meer over de VE-beleidsmedewerker/coach.
VE-programma’s
Er zijn veel verschillende VE-programma’s beschikbaar. De meeste programma’s richten zich op de ontwikkeling van taal. Daarnaast is er ook aandacht voor de brede cognitieve ontwikkeling (bijvoorbeeld rollenspel, kleuren onderscheiden), sociaal-emotionele ontwikkeling (bijvoorbeeld samen spelen) en motorische ontwikkeling (bijvoorbeeld knippen, leren fietsen). De meest gebruikte programma’s in Nederland zijn Kaleidoscoop en Piramide. Ook Uk en Puk wordt veel gebruikt. Bij StapYes gebruiken wij Uk en Puk. Belangrijker nog dan het programma, zijn de pedagogisch medewerkers die met het programma werken. De pedagogisch medewerkers bepalen in belangrijke mate de kwaliteit van het educatieve aanbod en de pedagogische kwaliteit van de opvang. Een VE-programma kan daarbij ondersteunend zijn, maar de kwaliteiten en vaardigheden van de pedagogisch medewerker staan hierin voorop. Alle medewerkers bij StapYes! volgen een VE-training.
Voor wie is VE?
Welke kinderen komen in aanmerking voor VE? In de wet is vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor voorschoolse educatie. De gemeente bepaalt welke kinderen in aanmerking komen voor VE. Binnen de Gemeente Rotterdam kunnen peuters vanaf 2 jaar deelnemen. Over het algemeen wordt op het consultatiebureau bekeken of een peuter extra ondersteuning nodig heeft (indiceren). Het kan per gemeente verschillen welke kinderen gebruik mogen maken van voorschoolse educatie. Op het moment dat een peuter een zogenaamde indicatie heeft gekregen bestaat er ook recht op een tegemoetkoming in de kosten. Ook kinderen zonder indicatie kunnen (meestal) gebruik maken van VE. In dat geval krijgen zij geen tegemoetkoming in de kosten van de gemeente (zie ‘Kosten voor ouders’).
Kosten voor ouders of gemeente?
Wanneer er sprake is van een VVE-indicatie door het consultatiebureau betaalt de gemeente over het algemeen een (groot) deel van de kosten voor voorschoolse educatie. Ouders betalen een ouderbijdrage. Voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag is deze ouderbijdrage vaak berekend op basis van het inkomen. Hoe hoog de ouderbijdrage is verschilt per gemeente, hiervoor zijn geen landelijke richtlijnen.
Ouders die naast de tegemoetkoming van de gemeente recht hebben op kinderopvangtoeslag (bijvoorbeeld omdat het kind meer uur naar de opvang gaat dan het aantal uur waarop het kind recht heeft op VVE) moeten goed opletten dat zij het juiste uurtarief en het juiste aantal uur doorgeven aan de Belastingdienst/Toeslagen.
Als er geen VE-indicatie is gegeven kan in veel gevallen alsnog gebruik gemaakt worden van voorschoolse educatie. Over het algemeen hebben ouders in die situaties geen recht op een tegemoetkoming in de kosten door de gemeente, wel kan het zijn dat zij recht hebben op kinderopvangtoeslag. Ook hier geldt dat de gemeente mag bepalen hoe zij hiermee omgaan, hier kan dus van gemeente tot gemeente een verschillend beleid voor gelden.
Rol gemeente
Gemeenten krijgen geld van de Rijksoverheid om de voorschoolse educatie vorm te geven. Er zijn wettelijk een aantal minimale eisen vastgelegd waaraan moet worden voldaan. Door deze eisen wordt een minimaal kwaliteitsniveau gewaarborgd. De kwaliteitseisen zijn vastgelegd in het Besluit Basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie.
De gemeente bepaalt op welke kinderopvangorganisaties gesubsidieerde VE wordt aangeboden. Per 1 augustus 2020 zijn gemeenten verplicht om per week ten minste 16 uur voorschoolse educatie aan te bieden aan kinderen met een VE indicatie (960 uur per peuter per jaar). Voorheen was dat 10 uur per week. Hiervoor hebben de gemeenten extra budget van de Rijksoverheid gekregen. Omdat VVE niet bedoeld is als opvang mogen dagdelen VE vanaf 2020 niet langer dan zes uur zijn. Bij StapYes! zijn er vijf ochtenden van 08.30-12.30 uur die aangeboden worden voor VE.